Pepesan ikan
Dit is een heel bekend recept voor de liefhebbers van vis en heet, pittig eten uit de klassieke Indonesische keuken. Als je op internet gaat surfen naar recepten, kom je zeer uiteenlopende manieren tegen om het te bereiden. De meeste gaan uit van verse makreel. Maar er zijn ook moderne, snelle recepten die gestoomde of zelfs gerookte makreel gebruiken. Lekkerste is natuurlijk verse.
Ook met de verse kom je verschillende versies tegen. Er zijn er die de vis eerst frituren maar er zijn er ook die de vis met de boemboe stoven in bananenblad. Het kolonialistisch, totaal incorrecte kookboek Groot Indisch Kookboek gaat uit van de laatste versie.
Veel in de originele recepten bevatten het ingrediënt temoe koentji (soort gember, niet makkelijk te krijgen dus gewone gember maar gebruiken).
Ook heb ik ervoor gekozen om de makrelen eerst te frituren.
Nou, daar gaat-ie:
Ingrediënten:
4 middelgrote, verse makrelen, schoongemaakt en koppie eraf
8 rooie pepers, zo heet je kan verdragen, kijk maar welke soort
4 middelgrote rooie uien
4 tenen knof
100 gram kemirienoten U had de noten al in de vijzel fijngestampt
Halve vingerlengte verse gember die u al maanden geschild en wel in de vriezer had liggen.
Djeruk purut blaadjes (3 per vis)
2 Serehstengels
Tomatenpuree, 1 grote of twee kleine blikjes
Olie
2 eetlepels of een halve schijf gulu djawa (palmsuiker). (Variant van deze kok, om het een beetje zoetzuur te maken.)
4 eetlepels asemwater van tamarindepasta
Bananenblad of amuniliumfolie
Witte rijst, niet te zout, is een uitstekende blusser.
Makreel wassen en afdeppen met keukenpapier.
Maak asemwater door 4 el gezeefde asempulp te mengen met evenzoveel el water tot een dun papje.
Zet intussen een diepe koekenpan of wok met ca. 2 cm olie op, verhitten.
Makreel door de asempap halen en direct in de hete olie. Voorzichtig, het spettert, bruist en stampt. Dus als de olie op temperatuur gekomen is, éérst het vuur laagzetten en dan de vis erin..
Als alle vissen in de olie zijn het vuur weer opstoken. Hou de vis in beweging tot ze rondom knapperig bruin worden. Hoeft nog niet gaat te worden.
Haal de vis uit de olie en laat ze afdruipen in het vergiet.
Voor het volgende proces een deel van de olie ergens in wegschenken en/of verse olie gebruiken. De ouwe smaakt lekkerder door de vissmaak.
Boemboe
Nodig: vijzel of keukenmachine, of heel fijnsnijden met het Chinese hakbijltje, of alle drie.
Verwarm de olie.
De hele mikmak, d.w.z. de gestampte kemirinoten, de knoflook, fijngesneden uien en pepers, in de olie op een zacht vuurtje bakken tot alles begint te bruinen en de meeste pepertjes zacht geworden zijn. Beetje op smaak brengen met zout. Een kwartblok gulu djawa en een blik tomatenpuree erdoorheen mengen. Zet het vuur uit.
Snij de sereh over de lengte doormidden en kneus de stengels met de vijzel of de achterkant van een mes.
Leg de vissen een voor een op een bananenblad of alunimiumfolie.
Stop een gekneusde, halve serehstengel in de buikholte van de vis. Bekleed elke vis met 3 djeruk purutblaadjes. En schep de boemboe eroverheen.
Pak ze in, zet vast met een steker als u bananenblad had kunnen scoren, zet ze in een voorverwarmde oven van 150 graden en laat ze 45 à 50 min. garen.
Als bijgerecht uitstekend bij elke denkbare Indonesische rijsttafel. Of bij een boterham met pindakaas.
Namens Ilona en haar chefkok:
Selamat makan
Ilona
Recente reacties